SHEMEKIA COPELAND - EDEGEM - 31/05/25
Shemekia Copeland, de Washington Post noemde haar “The greatest blues singer of her generation”- is een blueszangeres die de traditie van zangeressen als Koko Taylor en Etta James voortzet. Ze is geboren in Harlem en is de dochter van de betreurde Amerikaanse bluesgitarist Johnny "Clyde" Copeland (1937-1997). Ze vergezelde als tiener al haar vader tijdens tours en bracht als 19-jarige in 1998 haar eerste album ‘Turn the Heat Up!’ uit. Het titelnummer, geschreven door John Hahn (die nog altijd voor haar schrijft) & Jimmy Vivino, werd genomineerd voor een W.C. Handy Blues Award als “Best Bluessong of the Year”. Ondertussen bracht Shemekia tien albums uit, werd ze genomineerd voor vier Grammy’s, won ze 15 Blues Music Awards, stond ze in het voorprogramma van de Stones en toerde over de hele wereld...
De opvolger ‘Wicked’ (2000) werd genomineerd voor een Grammy Award en was goed voor twee Handy Awards (“Blues Album of the Year” + “Bluessong of the Year”). Bovendien won Shemekia toen ook de prijs als “Contemporary Blues-Female Artist of the Year”, wat zich de twee volgende jaren herhaalde. ‘Talking to Strangers’ (2002) werd geproducet door Dr. John, die ook een aantal nummers schreef voor het album. Het album won eveneens een Handy Award als “Blues Album of the Year”. ‘The Soul Truth’ (2005) werd geproducet door de legendarische Stax-gitarist Steve Cropper, met wie ze nog steeds samenwerkt en bevat een duet met Dobie Gray.
In 2009 maakte Shemekia met ‘Never Going Back’ de overstap van Alligator Records naar Telarc. Het album werd geproducet door Oliver Wood, net als het volgende album ‘33 1/3’ (2012) dat werd genomineerd voor een Grammy Award. De overstap betekende ook een stijlverandering van de eerder ruwe en emotioneel geladen blues, naar een meer gepolijste en gereserveerde rock/gospelsound. Begin 2015 keerde Shemekia terug naar Alligator Records, waar ze in 2018 ‘America’s Child’ uitbracht. Shemekia’s volgende Alligator release, kreeg de naam ‘Uncivil War’ (2020) en op de opvolger ‘Done Come too Far’ (2022) profileert Shemekia zich zoals op vorige albums opnieuw als onbevreesde gemotiveerde voorvechtster van rassengelijkheid.
Hoewel haar muziek steeds verschillend was en die eerste albums essentieel waren om haar als rijzende ster te laten opvallen, ontgroeide Copeland geleidelijk haar ietwat beperkende persoonlijkheid. Ze schakelde over naar meer lyrisch gedurfde, sociaal-politiek getinte rootsrock met blues- en countryinvloeden, waarbij ze soul, funk en een sterk gospelgeluid combineerde en haar krachtige en karakteristieke stemgeluid verfijnde. Hoewel ze ook origineel materiaal heeft geschreven, laten de covers die ze heeft gekozen – van nummers van iconen als John Fogerty, Lucinda Williams, Jesse Winchester, John Prine, Oliver Wood, en zelfs Ray Davies tot blueslegendes Albert King en haar vader Johnny Copeland – een veel inclusievere muzikale reikwijdte zien dan de meeste bluesartiesten kunnen bestrijken
Haar laatste album ‘Blame it on Eve’ is een heel goed gemaakt album waarop de gepassioneerde soulvolle zang van Copeland goed tot zijn recht komt. Haar kenmerkende vocalen worden ondersteund door een heleboel legendarische gasten om een album te creëren dat muzikaal rijk en emotioneel rauw is door de geweldige songwriting van John Hahn, Will Kimbrough en anderen. De songs gaan van bluesrock tot gospel en laten horen dat Shemekia in staat is om songs te interpreteren met een grote durf. ‘Blame it on Eve’ is dan ook een stijlvol en inspirerend album geworden van één van de meest betrouwbare, getalenteerde en inspirerende hedendaagse bluesartiesten.
Foto © Manon Houtackers